Interview Antoinnette Scheulderman, schrijfster van het boek “dan neem je toch gewoon een nieuwe“.
‘Het was maar een dier,’ hoorde Antoinnette Scheulderman regelmatig toen ze rouwde om haar overleden hond Bubbels. Maar iedereen die ooit een huisdier heeft gehad, weet hoe innig de band tussen mens en dier kan zijn. Tachtig procent van de baasjes beschouwt hun huisdier als volwaardig onderdeel van het gezin, toch lijkt verdriet om de dood van een dier nog altijd taboe, iets waarvoor je je zou moeten schamen. 

In “Dan neem je toch gewoon een nieuwe” schrijft Antoinnette openhartig over haar eigen ervaringen, gaat te rade bij bekende baasjes die vertellen over de liefde voor en de lol met hun dieren, maar ook over het verdriet en het gemis als ze er opeens niet meer zijn, en vraagt deskundigen om advies. 
Dan neem je toch gewoon een nieuwe is een eerlijk, ontroerend en bij vlagen hilarisch boek, vol intieme gesprekken over leven en dood. Een boek vol handvaten voor baasjes wier dier er nog is, maar die voorbereid willen zijn op het onvermijdelijke afscheid, voor mensen die worstelen met het verlies én voor hun naasten, die daar iets meer van willen begrijpen.
Interviews met onder anderen Eva Jinek, Paul de Leeuw, Linda de Mol, Jan Wouters, Janine Abbring, Britt Dekker, Barry Hay, Saskia Noort, Sylvia Witteman, Bridget Maasland en Yvette van Boven.

Het Platform Als een huisdier doodgaat interviewde Antoinnette Scheulderman:

 1. Wat heeft u het meeste gemist aan informatie na het overlijden van uw teckel Bubbels? Naar welke informatie was u op zoek?

“Mijn teckel is heel onverwacht gestorven. Ze was pas acht jaar, wat niet oud is voor een teckel, en een paar maanden eerder was – voorafgaand aan een gebitsoperatie – haar hart nog nagekeken. Dat zag er allemaal prima uit. Totdat ze eind augustus ineens een veel te hoge hartslag kreeg. Na een reeks bezoeken aan de dierenarts en een lange dag vol onderzoeken in een Dierenziekenhuis was nog niet duidelijk wat Bubbels mankeerde. Uiteindelijk is ze op een vrijdagmiddag opgenomen en zou ze het hele weekend moeten blijven om haar situatie stabiel te krijgen, maar al een paar uur later werd vastgesteld dat Bubbels geen kwaliteit van leven meer had.

Al die tijd had ik gehoopt dat er een goede diagnose zou komen, waarna zij en ik weer samen verder zouden kunnen, 24/7 samen, zoals altijd. Maar toen moest ik ineens beslissingen nemen waarop ik niet was voorbereid. En ook toen pas viel mij op hoe weinig ik wist van de dood van een dier. Hoe gaat euthanasie in z’n werk? Wat zijn de opties na het overlijden van je geliefde dier? Ik wist er nauwelijks iets van, uiteraard ook doordat het moment van euthanasie zo plotseling kwam. Toch dacht ik: hier zou meer over geschreven moeten worden, omdat iedere huisdiereigenaar er vroeg of laat mee te maken krijgt.” 

  1. Heeft u informatie en/of steun gekregen van uw dierenarts/assistentes? Waren zij betrokken bij uw verdriet na het verlies van Bubbels?

“Ik heb helaas geen positieve verhalen over mijn dierenarts, en ook aan het contact met het Dierenziekenhuis heb ik vervelende gevoelens overgehouden. Toen ik merkte dat er iets met Bubbels aan de hand was, ben ik meteen met haar naar mijn dierenarts gegaan. In die week ben ik daar in totaal vier keer geweest, één keer zelfs urenlang om haar hart na te kijken. Dat was op een vrijdagavond: we overwogen of ik haar nou wel of niet naar het Dierenziekenhuis zou brengen, maar aangezien daar in het weekend alleen co-assistenten werken, besloten we dat Bubbels thuis minder stress zou ervaren dan daar in een hokje tussen vreemden. Op maandagochtend ben ik vervolgens met Bubbels naar het Dierenziekenhuis gegaan. Daar kregen we na een dag onderzoeken te horen dat er niks concreets te vinden was dat haar verhoogde hartslag (tussen de 180 en 200) kon verklaren. Dat was ‘op zich goed nieuws’, zei de behandelend arts nog, en toen ik vertwijfeld vroeg of ik mijn hond met zo’n hartslag wel naar huis kon nemen, antwoordde ze: ‘Ja hoor, aan een hoge hartslag kan ze niet dood gaan.’ Vier dagen later moest ik Bubbels bij diezelfde arts laten inslapen, omdat ze niet meer zelfstandig kon ademen, en haar hart zo sterk was vergroot.

Mijn eigen dierenarts heeft mij na die week van onderzoeken nooit meer gebeld om te vragen hoe het was afgelopen met Bubbels, iets wat ik onbegrijpelijk en zeer pijnlijk vind. Hoe kun je urenlang met zo’n lief klein beestje bezig zijn, en níet willen weten wat het dier nou echt mankeert? Daar zou je als dierenarts toch ook nog iets van kunnen opsteken?  Maar nee: niets.

Van het Dierenziekenhuis kreeg ik alleen een rekening van duizenden euro’s, zonder standaardbriefje met een condoleance of iets dergelijks, wat tegenwoordig toch vrij gebruikelijk is. Toen de behandelend arts weken later op mijn verzoek belde, omdat ik met zoveel vragen zat, noemde ze consequent de verkeerde naam van mijn hond en stak ze een vaag praatje af dat erop neerkwam dat Bubbels pech had gehad. Iets wat ik zelf ook al had geconstateerd…

Overigens hecht ik eraan te vermelden dat ik voor mijn boek 18 bekende Nederlanders over hun dier heb gesproken (van Eva Jinek en Linda de Mol tot Barry Hay en Johan Derksen) en dat het merendeel van hen wél goede ervaringen heeft met hun dierenarts. En dat volgens onder anderen Nienke Endenburg en dierenarts Hugo van Duijn het tegenwoordig juist steeds meer gewoonte is geworden van dierenartsen om wel nazorg te bieden. Helaas heb ik het daarmee niet getroffen. Waardoor ik, nu ik een nieuwe hond heb, ook meteen op zoek ben gegaan naar een nieuwe dierenarts.” 

  1. Merkte u verschil in begrip voor uw verdriet tussen mensen met een huisdier en mensen zonder een huisdier?

“Ja, heel erg. Iedereen die van een dier heeft gehouden, weet hoe intens de band tussen mens en dier kan zijn. Hoe je je kunt hechten aan een levend wezen met wie je nooit een écht gesprek zult voeren, maar die toch zo sterk onderdeel kunnen worden van je identiteit.
Mensen die die liefde niet kennen, trokken meestal hun wenkbrauwen op toen ik vertelde hoezeer ik rouwde om mijn hond. Daar komt ook de titel van mijn boek vandaan, er werd dan vaak gezegd: ‘Dan neem je toch gewoon een nieuwe?’ Alsof je een dier zomaar kunt vervangen – alsof het een kapot huishoudelijk apparaat is, in plaats van een persoonlijkheid met een uniek karakter, die helemaal op jou is ingespeeld, en jij op hem of haar.” 

  1. Zijn er dingen die u nu achteraf weet en die u, als u het eerder had geweten, anders gedaan zou hebben rond het afscheid van Bubbels?

“Voor mijn boek heb ik Hugo van Duijn geïnterviewd, de dierenarts die het dunne boekje ‘Zijn we niet te vroeg?’ schreef. Daarin somt hij ook de criteria op waaraan je kunt merken dat je huisdier niet lang meer te gaan heeft. En geeft hij belangrijke overwegingen mee over de keuze voor euthanasie die je wel of niet moet maken. Ik had gewild dat ik dit allemaal veel eerder had geweten. Dan had ik eerder de keuze gemaakt om Bubbels te laten inslapen en had ik het bij mij thuis kunnen doen, in plaats van in een ziekenhuis, wat voor zowel Bubbels als mij een zoveel mooier afscheid was geweest dan de onpersoonlijke manier waarop het nu is gegaan. Ik wist bijvoorbeeld ook niet dat mijn hond na het eerste spuitje meteen ‘weg’ zou zijn, ik had gedacht dat dat een paar minuten zou duren, maar nee. Ook daarover is de behandeld arts niet duidelijk geweest in haar uitleg.

Ik kan me best voorstellen dat het voor dierenartsen ‘business as usual’ is om dieren te laten inslapen, maar voor eigenaren zoals ik is het de eerste keer dat je ermee te maken krijgt. Als dat zo is; wees dan wat uitgebreider met de informatie naar de baasjes toe, is mijn tip.” 

  1. Heeft u ervoor gekozen om uw hond te cremeren of te begraven? En wat was de overweging om tot deze keuze te komen?

“Ik heb mijn hond individueel laten cremeren. Haar as staat bij mij thuis, in een mooie Portugese vaas met een hond erop. Als je het niet weet, zie je niet dat het een urn is. Daarachter staat een foto van Bubbels. Ik wilde haar zo dicht mogelijk bij mij hebben, al weet ik dat het niet meer is dan een paar gram as. Maar het voelt goed. Bubbels had een hekel aan regen: het idee dat ze onder de grond had gelegen met ons druilerige weer, stond me te veel tegen.

Ik was heel blij met de respectvolle manier waarop de mensen bij het Dierencrematorium met mij en mijn overleden hond zijn omgegaan. Van hen kreeg ik wel troost, en een mooi begeleidend schrijven bij het certificaat van crematie. Dus zo kan het ook!” 

  1. Heeft u misschien nog tips voor ons hoe wij dit onderwerp meer in de picture kunnen krijgen bij het grote publiek?

“Ik denk dat ik daar zelf al volop mee bezig ben door mijn boek! Ik ben te gast geweest bij De Wereld Draait Door, Koffietijd, Tijd voor MAX, Kunststof radio en de radioprogramma’s van Ruud de Wild, MAX en Wilfred Genee. Zowel het AD als Volkskrant magazine en het Belgische De Morgen hebben grote stukken aan mijn boek gewijd. Dus ik denk echt dat het onderwerp rouw om een dier weer op de kaart staat.

En ik krijg een heel warm hart van alle lezersreacties. Mensen voelen zich getroost door de verhalen in het boek en ook erkend in hun verdriet: ik wil heel duidelijk maken dat het taboe op rouwen om een dier moet verdwijnen. Het zou juist gek zijn om níet te rouwen om een dier waarvan je zoveel hebt gehouden!”

Bestel Antoinnette’s boek nu!